Dan neem mij,
verdwijnend
Door de rookkringen,
van mijn geest,
Langs de mistige ruïnes
van de tijd,
Ver voorbij de
bevroren bladeren,
De achtervolgde
verschrikte bomen.
Naar buiten
naar het
winderige strand,
Ver van het
verwrongen bereik
Van waanzinnig verdriet.
Ja, dansen
onder de diamanten hemel,
Met een vrij
wuivende hand,
Met alle herinnering en lot
Diep onder
de golven gedreven,
Laat mij vandaag
tot morgen
vergeten.